Summary on

Temporal prevalence and prognostic impact of diabetes mellitus and albuminuria in heart failure with preserved ejection fraction

English summary

Background

Heart failure with preserved ejection fraction (HFpEF) is a complex disease that often occurs alongside other conditions like diabetes and kidney dysfunction. One early sign of kidney problems is albuminuria—a small but detectable leakage of protein in the urine. Both diabetes and albuminuria have been individually linked to worse outcomes in patients with heart failure, but how they interact in HFpEF over time was not well understood.

What We Did

We studied 332 patients from our HFpEF outpatient clinic. Each patient was assessed at the start and again after one year. We measured blood sugar levels (HbA1c) and urinary albumin-to-creatinine ratio (UACR) to determine whether they had diabetes (or prediabetes) and/or albuminuria. We then followed these patients over several years to see who experienced serious events like hospital admission or death.

Patients were divided into four groups:

  • Diabetes and albuminuria (DM+/ALB+)

  • Diabetes without albuminuria (DM+/ALB−)

  • Albuminuria without diabetes (DM−/ALB+)

  • Neither condition (DM−/ALB−)

What We Found

  • At baseline, 51% had diabetes or prediabetes and 32% had albuminuria

  • Over time, 22% of patients developed new albuminuria, and 4% developed new diabetes

  • Patients with both conditions (DM+/ALB+) had a nearly 3× higher risk of being hospitalized or dying

  • Albuminuria at any time point—even if it later disappeared—was linked to worse outcomes

  • Those who had neither condition had the lowest risk of adverse events

Conclusion

Both diabetes and albuminuria are common and prognostically relevant in HFpEF. Importantly, these factors can change over time. That means a single measurement at diagnosis is not enough. Our findings support routine follow-up testing for blood sugar and kidney function in HFpEF patients to improve risk prediction and care.

Nederlands samenvatting

Achtergrond

Hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF) komt vaak voor in combinatie met andere aandoeningen zoals diabetes en nierschade. Een vroeg teken van nierschade is albuminurie—het verlies van kleine hoeveelheden eiwit in de urine. Beide aandoeningen zijn individueel gelinkt aan slechtere uitkomsten bij hartfalen, maar hun rol samen in HFpEF op de langere termijn was nog onduidelijk.

Wat hebben we gedaan

We onderzochten 332 patiënten met HFpEF in onze polikliniek. Bij aanvang én na één jaar maten we de bloedsuikerwaarde (HbA1c) en de albumine/kreatinine-ratio in de urine (UACR). Zo bepaalden we of patiënten diabetes (of prediabetes) en/of albuminurie hadden. Vervolgens volgden we deze patiënten enkele jaren om te kijken wie werd opgenomen of kwam te overlijden.

De patiënten werden verdeeld in vier groepen:

  • Diabetes én albuminurie (DM+/ALB+)

  • Diabetes zonder albuminurie (DM+/ALB−)

  • Albuminurie zonder diabetes (DM−/ALB+)

  • Geen van beide aandoeningen (DM−/ALB−)

Wat we vonden

  • Bij aanvang had 51% diabetes of prediabetes, en 32% albuminurie

  • Na één jaar ontwikkelde 22% nieuwe albuminurie, en 4% nieuwe diabetes

  • Patiënten met beide aandoeningen (DM+/ALB+) hadden een bijna 3× hoger risico op ziekenhuisopname of overlijden

  • Albuminurie op elk moment, zelfs als het later verdween, bleef geassocieerd met een slechtere prognose

  • Patiënten zonder beide aandoeningen hadden het laagste risico

Conclusie

Zowel diabetes als albuminurie komen veel voor bij HFpEF en zijn onafhankelijk voorspellend voor slechtere uitkomsten. Omdat deze factoren in de loop van de tijd kunnen veranderen, is een eenmalige meting bij diagnose niet voldoende. Deze studie pleit voor herhaalde controles van bloedsuiker en nierfunctie bij HFpEF-patiënten.