Samenvatting van Webtool om de nauwkeurigheid te verhogen van bestaande hulpmiddelen voor de diagnose hartfalen met behouden ejectie fractie (hartfalen door een stijf hart)
Disclaimer voordat u verdergaat: De inhoud van deze pagina is geschreven om de interpretatie van onderzoek te vergemakkelijken voor personen die geïnteresseerd zijn in de cardiovasculaire gezondheidszorg. De inhoud is niet bedoeld voor persoonlijk medisch advies. Samenvattingen en interpretaties van de auteurs van een studie weerspiegelen niet mijn professionele mening. Onderzoek vergt vaak jaren tot decennia voordat resultaten voldoende ontwikkeld zijn om te implementeren in de klinische gezondheidszorg, omdat nieuwe bevindingen uitgebreid gevalideerd moeten worden voordat we ze veilig genoeg achten voor individuele patiënten. Raadpleeg altijd uw eigen professionele zorgverlener voor medisch advies.
Click here for English summary
Het originele, volledige artikel is in het Engels geschreven en is hier te vinden: https://doi.org/10.1002/EHF2.14525
#HFpEF diagnostic algorithms are applied more accurately with our webtool
Otherwise accuracy can be 🔻
This prospective study was possible thanks to collaboration and community participation! Many of 🫵you, thanks!
🗒️https://t.co/DAsKybX1zg #OpenAccess @escardio pic.twitter.com/RPftpNVsTT
— Jerremy Weerts, MD (@JerremyWeerts) September 19, 2023
Achtergrondinformatie
Hartfalen is een hartaandoening die wordt gekenmerkt door het onvermogen van het hart om voldoende zuurstofrijk bloed te leveren aan de organen van het lichaam. Als gevolg hiervan ervaren patiënten met hartfalen symptomen zoals kortademigheid tijdens lichamelijke activiteiten of vermoeidheid. In Nederland zijn ongeveer 240.000 individuen gediagnosticeerd met hartfalen. De helft van deze personen heeft hartfalen met behouden ejectiefractie (HFpEF). Behouden ejectiefractie betekent dat de pompfunctie van de linkerkamer van het hart normaal werkt. Eerder is er sprake van hartfalen door diastolische disfunctie en een verstijfde linkerkamer van het hart, waardoor het niet goed kan vullen. Patiënten met HFpEF hebben vaak ook andere cardiovasculaire ziekten of risicofactoren zoals hoge bloeddruk, diabetes mellitus, atriumfibrilleren of verminderde nierfunctie.
Hoe HFpEF te diagnosticeren?
Het diagnosticeren van HFpEF is uitdagend. Definities van het syndroom zijn in de loop der jaren veranderd. Eenvoudig gezegd, vereist de diagnose tekenen en symptomen van hartfalen, een behouden ejectiefractie, en markers van hartfalen in het bloed of op een echografie van het hart. Er zijn diverse aanbevelingen gedaan door internationale experts om beter te kunnen identificeren welke relevante patiënt- en hartspecifieke markers wijzen op HFpEF. De meest erkende aanbevelingen zijn de HFA-PEFF en H2FPEF algoritmen (hulpmiddelen), die respectievelijk uit Europa en de Verenigde Staten afkomstig zijn. Het volgen van deze algoritmen levert een numerieke score op met een bijbehorende categorie. De categorie geeft de waarschijnlijkheid aan dat een patiënt HFpEF heeft. De eerste categorie is ‘laag’ en suggereert dat HFpEF waarschijnlijk niet de oorzaak is van de symptomen. De tweede categorie is ‘gemiddeld’ en suggereert dat HFpEF mogelijk de oorzaak is van de symptomen, maar vereist aanvullend onderzoek. De derde categorie is ‘hoog’ en suggereert dat HFpEF waarschijnlijk de oorzaak is van de symptomen.
Het toepassen van de HFA-PEFF of H2FPEF algoritmen in de klinische zorg is tijdrovend en kan foutgevoelig zijn. Als gevolg hiervan kunnen diagnostische fouten worden gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot te veel aanvullende tests voor een patiënt om de juiste diagnose te vinden.
Methoden gebruikt door de onderzoekers
Er is een online platform gecreëerd waar 8 fictieve patiëntencasussen die verdacht werden van het hebben van HFpEF, werden voorgelegd aan deelnemers. De deelnemers waren artsen in opleiding tot cardioloog, cardiologen en cardiologen met expertise in hartfalen. Deelnemers kwamen uit verschillende landen wereldwijd. Hun mening werd gevraagd over elke fictieve patiëntencasus. Ook werd hun gebruik van de HFA-PEFF en H2FPEF algoritmen getest. In de helft van de gevallen werd een webtool aangeboden om de arts-deelnemers te helpen bij het scoren van de algoritmen.
Resultaten van het onderzoek
Vijfenvijftig arts-deelnemers hebben het onderzoek voltooid. Ze waren voornamelijk gevestigd in Europa. Deelnemers hadden een correct resultaat (score) van de HFA-PEFF en H2FPEF algoritmen in slechts 50% van de gevallen wanneer er geen webtool werd aangeboden. Dit resulteerde in correcte diagnosewaarschijnlijkheden (categorie) in 75%. Het aanbieden van een webtool voor de HFA-PEFF en H2FPEF algoritmen verbeterde de correcte scores naar 100%.
Het gebruik van de HFA-PEFF en H2FPEF algoritmen leidde tot meer overeenstemming in de diagnostiek tussen artsen. Wanneer correcte scores werden verstrekt aan arts-deelnemers, werd de diagnostische beslissing in tot wel 2/3 van de gevallen gewijzigd.
Discussie door onderzoekers van de studie
De onderzoekers concludeerden dat de huidige HFA-PEFF en H2FPEF algoritmen foutgevoelig zijn. Het aanbieden van hulpmiddelen om deze algoritmen te gebruiken verbetert de fouten aanzienlijk en kan leiden tot verschillende diagnostische beslissingen door artsen. Omdat het gebruik van een webtool nog steeds tijd kost, zijn hulpmiddelen die beter integreren met een ziekenhuissysteem en die niet te veel handmatige invoer vereisen, te prefereren voor klinisch gebruik.
Reflectie en open vragen
Mijn persoonlijke gedachten over deze studie zijn gekleurd, omdat ik de studie zelf heb ontworpen en uitgevoerd. Toch denk ik dat nieuwe ideeën die niks kosten, tijd besparen en de juistheid van medische beslissingen verbeteren, de moeite waard zijn om na te streven. De webtool die ik heb gemaakt, en die u ook op mijn website kunt vinden (https://jerremyweerts.nl/tools/hfpef-calculator/), vraagt nog steeds veel handmatig werk van artsen. Daar zou een efficiënter ontwerp voor moeten komen. Daar zijn we mee bezig.
Hoewel deze webtool nauwkeuriger resultaten geeft, is het niet duidelijk hoeveel extra onderzoeken hiermee voorkomen kunnen worden. Er zijn twee belangrijke redenen voor. De eerste is dat deze studie niet heeft bewezen dat artsen minder vaak een ‘gemiddelde’ kans op HFpEF vaststellen, wat extra onderzoek zou uitlokken. De tweede reden is dat er vaak extra tests nodig zijn, niet alleen voor de diagnose van HFpEF. HFpEF kan namelijk door verschillende oorzaken komen die elk hun eigen behandeling nodig hebben.
Naarmate we meer te weten komen over HFpEF, komen er waarschijnlijk ook nieuwe manieren om de aandoening te diagnosticeren. Hoe ingewikkeld deze nieuwe manieren zijn, zal bepalen of digitale hulpmiddelen zoals webtools handig zijn of niet.
Trackbacks & Pingbacks
[…] Klik hier voor Nederlandse samenvatting […]
Leave a Reply
Want to join the discussion?Feel free to contribute!